On children (Over kinderen)

Tekst: Kahlil Gibran Muziek: Ysaje Maria Barnwell
Arrangement: Hei Pasoep

Kahlil Gibran werd in 1883 geboren in Bisharri, een dorpje in Libanon. Door de slechte verhouding met zijn ouders had hij een moeilijke jeugd. Als kind zocht hij toevlucht in de natuur. In 1895 verliet hij samen met zijn moeder en zijn twee zussen Libanon en trok naar Amerika. In 1897 ging hij naar Beiroet waar hij zich toelegde op de studie van het Frans en het Arabisch. Hij ontwikkelde ook verder zijn schrijverstalent. In 1908 ging hij zich aan de Parijse Ecole des Beaux Arts bekwamen in schilderen en beeldhouwen. Uiteindelijk keerde hij terug naar New York. Hier publiceerde hij verhalen en essays in het Engels en Arabisch, maar ook dichtbundels waaronder "De profeet" in 1923. Het lag in Gibrans bedoeling een trilogie te schrijven waarin hij de verhouding van mens tot mens (“De profeet”), van mens tot natuur (“De tuin van de profeet”, onvoltooid en verschenen in 1933) en van mens tot God wou belichten. Helaas heeft hij door zijn vroegtijdige dood in 1931 het derde deel niet kunnen schrijven.

De tekst van dit lied van de Amerikaanse zwarte vrouwengroep “Sweet Honey In The Rock” werd letterlijk overgenomen uit
"De profeet" van Kahlil Gibran. Een vrouw die een kindje aan haar boezem drukte, vroeg de profeet te vertellen over kinderen. Hij antwoordde:

Your children
Are not your children
They are the sons
And the daughters
Of life’s longing for itself
They come through you
But they are not from you
And though they are with you
They belong not to you

You can give them your love
But not your thoughts
They have their own thoughts
You can house their bodies
But not their souls
For their souls dwell
In a place of tomorrow
Which you cannot visit
Not even in your dreams
You can strive to be like them
But you cannot make
Them just like you

Je kinderen
Zijn je kinderen niet
Zij zijn de zonen en de dochters
Van de hunkering
Van het leven naar zichzelf
Zij komen door jou
Maar ze zijn niet van jou
En hoewel ze bij je zijn
Behoren ze je niet toe

Je kan hun je liefde geven
Maar niet je denkbeelden
Want zij hebben hun eigen denkbeelden
Je kan hun lichamen herbergen
Maar niet hun zielen
Want hun zielen
Vertoeven in toekomstige regionen
Die je niet bezoeken kan
Zelfs niet in je dromen
Je kan ernaar streven te zijn zoals zij
Maar je kan hen niet
Tot je evenbeeld vormen